Het vriendschapsspel van de Uilenstam

Tijdens deze activiteit wordt de nadruk gelegd op de kracht van verbondenheid. 

Doel

1. De leerlingen reflecteren over hun gedrag op de speelplaats. 

 

Het spel

Benodigdheden

- 1 pion per speler

- 1 dobbelsteen

- het spelbord

- 18 dromenvanger-kaartjes

- 18 tipi-kaartjes

- 18 pijlen-kaartjes

Spelregels

  1. Alle spelers gooien 1 keer met de dobbelsteen. De speler die het hoogst aantal ogen gooit, mag beginnen.
  2. De volgorde van de spelers: wijzerzin.
  3. Gooi met de dobbelsteen, ga dat aantal vakjes vooruit. Kom je op een vakje met een afbeelding, neem dan een kaart met dezelfde afbeelding. Beantwoord de vraag of voer de opdracht uit.
  4. Trek geen nieuwe kaart indien je een aantal vakjes voor- of achteruit moet.
  5. Gelezen kaartjes worden onmiddellijk uitgevoerd en daarna terug gestoken onderaan de stapel.

Spelbord 

Spelkaarten

vriendschapsspel tipi-kaartjes
PDF – 73,3 KB 696 downloads
vriendschapsspel pijlen-kaartjes
PDF – 76,0 KB 596 downloads
vriendschapsspel dromenvanger-kaartjes
PDF – 66,7 KB 579 downloads

Reflectie 

De pijlenkaartjes of doe-opdrachten zorgden duidelijk voor meer verbondenheid in de klasgroep. Ik zag groepjes lachend 'vrolijke vrienden' zingen, kinderen die straalden toen ze een pluim kregen,... 

Bij de tipi-kaartjes of denk-kaartjes hadden sommige leerlingen extra ondersteuning nodig. Bepaalde vragen vonden ze moeilijk om te beantwoorden. Bijvoorbeeld op een vraag als: "Wat vind je leuk aan je vrienden?", kwam vaak het antwoord: "Ik vind ze gewoon leuk, het zijn mijn vrienden."

Of op de vraag: "Moeten pesters gestraft worden?", kwam enkel het antwoord: "Ja." Het is belangrijk om als leerkracht rond te wandelen in de klas en waar nodig gerichte vragen te stellen, zodat de leerlingen leren reflecteren over hun gedrag. 

Ook bij de dromenvanger-kaartjes of leeskaartjes kan je als leerkracht extra vragen stellen. 

Bijvoorbeeld: "Goed, je mag 1 plaats vooruit omdat je op een rustige manier hebt verteld dat iemand zich niet aan de spelregels houdt. Heb je dit al eens echt gedaan? Kan je eens een voorbeeld geven?"

 

Het was een voordeel dat we met twee leerkrachten in de klas aanwezig waren. Zo konden er in veel groepjes verdiepende vragen gesteld worden. Het is ook een optie om het spel in afzonderlijke groepjes te spelen tijdens een hoekenwerk. Zo kan je als leerkracht gericht werken met 1 groepje leerlingen en kan er nog meer gereflecteerd worden. 

 

Let erop dat mondige leerlingen niet antwoorden op de vraag die een stillere leerling moet beantwoorden. Iedereen moet aan bod kunnen komen. Om daarvoor te zorgen zou ik in de toekomst een rolverdeling gebruiken. Bijvoorbeeld: een bemiddelaar, een tijdsbewaker, een stiltebewaker,...